
Omschrijving
Sinds de vorige eeuw neemt de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen toe. Dit is terug te zien in arbeidsparticipatie, inkomen en opleiding. Gemiddeld genomen zijn vrouwen inmiddels hoger opgeleid dan mannen. Naar verwachting blijft de gelijkwaardigheid toenemen maar het tempo waarin is onzeker. Hetzelfde geldt voor de rechten van lhbtiq+’s en minderheden in het algemeen. Lhbtiq+’s hebben wel vaker dan gemiddeld te maken met respectloos gedrag, cyberpesten, en onveiligheidsgevoelens. Tegelijk is hun economische positie vergelijkbaar met heteroseksuelen. Voor transgenders geldt een oververtegenwoordiging in lagere inkomensgroepen. Zij hebben vaker schulden, minder vaak vermogen, wonen vaker in een huurwoning en hebben vaker een uitkering.
Betekenis voor Zuid-Holland
Verschillen tussen groepen in opleiding, inkomen, etnische achtergrond en gezondheid zijn ruimtelijk terug te zien. Groepen met dezelfde kenmerken wonen vaker op hetzelfde soort plekken. ‘Sterke’ groepen met hoge opleiding en inkomen wonen vaker op plekken waar voorzieningen goed zijn. En ‘zwakke’ groepen met lage inkomens en opleiding wonen juist op plekken waar minder voorzieningen zijn, die bovendien van mindere kwaliteit zijn. Denk bijvoorbeeld aan scholen. Ontwikkelkansen en een netwerk opbouwen zijn daardoor lastiger voor groepen die toch al zwakker zijn. Via ruimtelijk beleid kan hierop bijgestuurd worden, door de juiste voorzieningen op de juiste plekken te plaatsen. Op lange termijn zijn hiervan positieve effecten te meten op inkomen.