Het regionale busvervoer staat onder druk met de grote overheidsbijdrage per reizigerskilometer, die nodig is om het systeem draaiende te houden (de provincie betaalt bijna de helft van de werkelijke kosten). Door corona is duidelijk geworden dat dit voor vervoerbedrijven en overheden onhoudbaar is. Bovendien verzuchten veel Zuid-Hollandse inwoners: “Kon ik maar sneller reizen met de bus”. Door lange wachttijden en kronkelroutes en ligt de effectieve snelheid van de reiziger in een bus vaak bedroevend laag. De fiets is op kortere afstanden soms sneller en ook de vuistregel dat de rijtijd maximaal 1,5 keer de tijd mag bedragen die een auto er over doet, haalt de bus zelden.
R-netlijnen scoren goed
Er is hoop. Sommige buslijnen zijn snel en populair en kosten bovendien minder overheidsgeld per reizigerskilometer. Deze R-netlijnen – die zich onderscheiden door hoge frequenties, hoge snelheden, directe routes en comfortabele voertuigen – scoren goed. De reiziger hoeft maar kort te wachten op de volgende bus en heeft een kortere rijtijd. Dat zorgt voor groeiende aantallen reizigers.
Lijnen opnieuw ontwerpen
Deze snelstudie laat zien wat er mogelijk is als we de lijnennetkaart schoonvegen en opnieuw ontwerpen. Vanuit het wegennet kijken we wat voor reizigers interessant is en hoe we de kosten per kilometer omlaag kunnen brengen, maar waarbij we de sociale functie van het openbaar vervoer niet opofferen. Wat blijkt: kleine verschillen in eisen aan maximale loopafstanden resulteren in grote verschillen voor de mogelijke busexploitatie.
Fietsen naar halte
Uit onderzoek blijkt dat snelle, frequente buslijnen meer reizigers trekken en dat mensen dan ook bereid zijn om verder naar haltes van zulke lijnen te lopen of te fietsen. Als een bus sneller rijdt, kun je met hetzelfde aantal bussen een hogere frequentie rijden. Zowel de rijtijd tussen haltes als gemiddelde wachttijd bij bushaltes neemt dan af, wat naar verwachting helpt het aantal busreizigers te vergroten. Verder is het belangrijk dat haltes dichtbij belangrijke en populaire bestemmingen liggen.
Minder haltes nodig
Als we haltes voor zulke lijnen op de kaart plaatsen, blijken er minder haltes nodig. Als de provincie de eisen aan de maximale afstanden naar de haltes verruimt, kan de vervoerder grote rijtijdverbeteringen boeken. De mogelijkheden hiervoor zijn het grootst in de minder stedelijke gebieden. In stedelijke gebieden, zoals de Merenwijk in Leiden, wegen stations op fietsafstand zwaarder dan een hoogwaardige buslijn. Zeker omdat een groot deel van de bestemmingen binnen de stad al op fietsafstand ligt. Hier blijven ontsluitende lijnen van waarde voor mensen die niet kunnen of mogen fietsen. Vraagafhankelijk vervoer (op afroep) kan een alternatief zijn, vooral in de meeste landelijke gebieden met relatief weinig instappers per halte.
Ruimere eisen
Uiteindelijk leveren verruimde eisen aan de maximale afstanden naar haltes dus vooral buiten de stedelijke gebieden grote rijtijdwinst. Deze snellere bussen trekken vervolgens meer reizigers. Met de rijtijd- en reizigerswinst kan de provincie frequenties verhogen en alternatief voor- en natransport bekostigen voor de kleine groep mensen die niet in staat is om ver(der) naar haltes te lopen of fietsen.